woensdag 9 februari 2011

Ik heb jullie de versie die ik zonet naar het groepje van Saskia heb verstuur doorgestuurd. Ik heb ook nog een "leesbare versie", als iemand die graag wil kan ik die ook nog wel even doorsturen.

Het staat dus als het goed is op jullie mail!
Zo niet, laat het weten dan zet ik het hier nog neer.

Groetjes,
Kathelijne
7. Leg het verschil uit tussen de categorische imperatief en de hypothetische imperatief.
Categorisch imperatief houd in dat je handelt alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt. Handel zo als dat je de mensheid, zowel in eigenpersoon als in de persoon van ieder ander tegelijkertijd altijd ook als je doel en nooit alleen als middel gebruikt. Alle maximes uit onze eigen wetgeving behoren overeen te stemmen met een mogelijk rijk der doeleinden, als een rijk van de natuur.
De categorische imperatief zet de wil aan om op een bepaalde wijze te handelen zonder zich te richten op het doel of resultaat van de handeling.
Volgens Kant is er spraken van goede wil, wanneer de wil zich bij het handelen laat leiden door de categorische imperatief.
Telkens wanneer de wil tot handelen wordt gemotiveerd door een bepaald doel (door een materieel praktisch beginsel), wordt hij bewogen door iets dat tot de categorie 'geluk' behoord: hypothetisch imperatief.
De hypothetische imperatief is dus gericht op een ander doel, een te bereiken doel, terwijl de categorische imperatief de integriteit van de (menselijke) rede (en dus de integriteit van het denkend subject zelf) probeert te bewaren.
Een voorbeeld van een hypothetische imperatief zou zijn: je mag niet liegen want anders verlies je je goede naam (het achterliggend doel is hier de goede naam). Een voorbeeld van een categorische imperatief zou zijn dat je (voor jezelf) überhaupt niet mag liegen.

bronnen
www.prevos.net
www.wikipedia.org

maandag 7 februari 2011

laatste versie van vragen 3 en 4 (gecorigeerd)

3. Leg uit wat Kant bedoelt met vrijheid en determinisme en geef een voorbeeldje uit het dagelijkse leven:

Volgens Kant bestaat vrijheid uit de bewuste beslissing jezelf regels op te leggen. Dus de mens moet zichzelf determineren (eigen wetten opstellen) zodat hij niet in chaos en anarchie afzakt. Vrijheid is de voorwaarde voor zedelijk handelen en zedelijkheid bestaat in het volgen van de wetten van de rede.

Bovendien is de mens bepaald door de wetten van de natuur. Maar omdat de mens de mogelijkheid heeft gekregen om zijn verstand te gebruiken, kan hij uitbreken van de totale beheersing van de natuur. Zo ver dat hij zijn handeling zelfs kan plannen en kan beslissen op welke manier hij zijn handeling kiest. Dit vermogen is het fundament van vrijheid en de basis op voor het ontstaan van de menselijke moraal.

Een voorbeeld: Je weet dat je mensen die uit de trein willen stappen, voor moet laten gaan en daarna pas zelf in kan stappen. Maar als je omdat je snel een plek wil vinden niet zou wachten tot alle anderen mensen uitgestapt zijn (en als iedereen zo denkt) ontstaat er opstopping en chaos in de deuropening van de trein.

4. In welke zin is de ethiek van Kant modern (dus niet klassiek)?

In de periode vóór Kant, was ethiek gebaseerd op het "natuurlijke recht''. Dat betekend dat het natuurlijk juiste bepaald werd door een daad van iets bovennatuurlijks (God). Volgens filosofen voorafgaand aan Kant, was het verschil tussen ''goed'' en ''fout'' niet door het verstand of door de ervaringen bepaald, maar door gevoel, in objectieve omstandigheden. Kant vond dit een beetje te smal.
Hij stelt de ''zuivere rede" als een beginsel van morele praktijk tegenover de objectieve posities van de klassieke ethiek. Hij neemt afstand van de focus op natuur en gevoelens en stelt de rede voorop (autonoom), hij voert dus een omkering uit van eerdere denkwijzen. Kant denkt niet dat het belangrijkste doel van een handeling het bereiken van geluk is. Belangrijker is dat de mens moet bepalen wat zijn morele plicht is. Dus als de mens zich ethisch gedraagt en handelt naar de morele verplichting, kan hij in iedere geval op gelukkigheid hopen.

Vraag 9

Kant verschilt tussen vrijheid en determinisme maar ook vrijheid en dwang bij opvoeding.
Wordt de vrijheid bij Kant ook in de dwang bepaalt of heeft dwang iets te maken met determinisme?

zondag 6 februari 2011

Vraag 5 en 6

Wat is Kants kritiek op het consequentialisme? Ben je het met hem eens?
‘Bij het consequentialisme is het van belang dat het handelen gekenmerkt wordt door een goed resultaat van ons handelen. Moreel goede daden worden opgevat als daden waarmee de belangen van anderen behartigd worden en waarvan zij gelukkiger worden.’

Volgens Kant wordt het morele gehalte van een handeling echter niet bepaald door de consequenties ervan, maar door de intentie vanwaaruit de handeling is verricht. Waar het om gaat is de beweegreden, en die moet van een bepaalde aard zijn. ‘Wanneer we doen wat juist is, moeten we dat doen omdat het juist is, en niet vanwege een of andere bijkomende reden’.

Ik ben het hier zelf mee eens omdat een handeling oprecht goed bedoeld kan zijn (met de juiste beweegredenen uitgevoerd) zonder dat de uitkomst hiervan ook goed/positief voor een ander is. Dat de handeling met de juiste intentie uitgevoerd is telt voor mij zwaarder dan de uitkomst hiervan.

Hoe kun je volgens Kant juist als vrij mens plichten hebben: ‘du kannst denn du sollst’?

Een vrij mens is in staat zijn eigen handelen te bepalen, onafhankelijk van de wetten van zijn omgeving en onafhankelijk van de driften en verlangens van zijn eigen lichaam. Volgens kant hebben we als vrij mens de verplichting te doen wat juist is om de juiste reden en dus niet te handelen uit eigenbelang.


Bronnen:
Wikipedia.org
Medische ethiek - E. van Leeuwen
Wims reader

Mindmap Immnanuel Kant
Mijn gebruikte bronnen;
Christopher Panzu + Adam Potthast - Ethiek voor dummies (onderdeel van reader Wim)
Beide zeer geschikt om Kants' ethiek in grote lijnen te begrijpen.
Michael J. Sandel Rechtvaardigheid (onderdeel van reader Wim)
www. estheticatijdschrift.nl
Deze laatste drie gaan dieper op de theorie in en geven een gedetailleerdere toelichting.
Ik heb geen bronnen gevonden waar ik absoluut niets aan had.


Vraag 1 en 2

Vraag 1: Wat zijn de basisbegrippen van de plichtethiek van Immanuel Kant?
Kant gaat uit van morele wetten die leidend moeten zijn in het handelen van de mens.
De basisregel die Kant daartoe formuleerde was de categorische imperatief, waarin wordt gesteld dat men zo dient te handelen dat men de consequenties van zijn handelen ook als algemene wet zou willen aanvaarden.
De plichtethiek wordt beschouwd als onderdeel van de deontologie. De deontologie is een stroming die uitgaat van absolute gedragsregels, die vaak worden gezien als normen. Iets was slecht is, is volgens een deontoloog altijd slecht. Ook als de uitkomst goed zou zijn, want er bestaat geen 'goed' als zodanig.(Hiermee staat de plichtethiek tegenover het utilisme) Het enige wat goed zou kunnen zijn is de intentie, de goede wil. Die goede wil impliceert de aanvaarding van bepaalde morele wetten.

Vraag 2: Op welke manier sluit de plichtethiek aan bij onze alledaagse morele ervaring?
De plichtethiek gaat uit van gedragsregels die gezien kunnen worden als normen. In het dagelijks leven willen mensen goed behandelt worden door andere mensen. Mensen hebben normen en waarden en handelen hiernaar.
Een voorbeeld van een norm zou kunnen zijn: 'Je mag niet liegen'. Voor die norm zijn verschillende redenen om het niet te doen.
1. Je mag zowiezo niet liegen, omdat je anders corrupt bent tegenover jezelf.
2. Doordat je liegt kan je je goede naam kwijtraken.
3. Er wordt gesteld door Kant dat men zo dient te handelen dat men de consequenties van zijn handelen ook als algemene wet zou willen aanvaarden. Dus als jijzelf liegt, dan geef je in feite aan dat je liegen als algemene wet zou willen aanvaarden. Terwijl ieder mens goed behandelt wil worden en niet voorgelogen wil worden.

Soms hebben mensen een leugentje om bestwil. In het geval van Kant blijft dit slecht, ookal is de uitkomst goed.

Bronnen:
-http://www.babylon.com/definition/deontologie/Dutch?uil=English&uris=!!TB460Z3FQ6&tid=Definition

-http://nl.wikipedia.org/wiki/Hypothetische_imperatief

-Tekst uit de reader

Vraag 9: Bij het lezen van de tekst ben ik plicht en neiging tegen gekomen. Ik vind het lastig om hierover een vraag te formuleren, maar ik denk dat ik niet helemaal goed snap wat er met plicht wordt bedoelt. Ook omdat neiging en plicht naast elkaar kunnen voorkomen, hoe kan je dan weten of je juist handelt of niet?

vraag 8

Ik heb drie vragen gekozen die juist heel moeilijk te beantwoorden zijn via's Kant categorische imperatief. Dus dan krijg ik misschien een andere reactie terug van de andere groep omdat je hier ook een andere kijk op kan hebben.

Mag een mens een hond overfokken?
Ja, dit de vrijheid die een persoon heeft, en hij belemmerd er niemand anders zijn vrijheid mee. Het is niet dat die kan worden gezien als moreel correct ,maar ook niet als moreel incorrect.


Moet een derde het opnemen voor jou als jij onrechtvaardig wordt behandeld?
Ja, hij moet op komen voor ieders vrijheid, hij doet dit zelfs zonder eigenbelang. Dit is dus wel een zedelijke handeling


Is het incorrect om iemand in de gevangenis te stoppen?
Ja, Hiermee belemmer je iemands vrijheid. Jou vrijheid mag nooit ten koste gaan van dat van een ander.

zaterdag 5 februari 2011

Vragen 3 en 4

3. Leg uit wat Kant bedoelt met vrijheid en determinisme en geef een voorbeeldje uit het dagelijkse leven:

Volgens Kant bestaat de vrijheid in de bewuste beslissing zichzelfs opgelegde regels te ontwerpen. Dus de mens moet sich zelfs determineren (eigen opgestelde wetten) darmee hij niet in chaos en anarchie afzakt. Vrijheid is de voorwaarde voor zedelijke handelen en zedelijkheid bestaat in het volgen van de wetten van de rede.

Bovendien is de mens bepaald door de wetten van de natuur. Maar omdat de mens gelijke tijd met de mogelijkheid te denken en met verstand is gezegnet, kan hij uitbreken van de totale beheersing van de natuur zo ver dat hij zijn handeling zelfs kan plannen en beslissen kan op welke manier hij zijn handeling kiest. Dit vermogen is het fundament van vrijheid en de basis op welke de menselijke moraal ontstaat.

Een vorbeeld: Je weet dat je de mensen die uit de trein willen stappen, dat eerst moeten doen voordat je wkan instappen. Maar als je niet zou wachten tot die anderen mensen uitgestapt zijn, omdat je snel een plek wil vinden waar je kan zitten (en dat alle mensen die instappen zoulen doen) onstaat congestie en chaos in de deuropening van de trein.

4. In welke zin is de ethiek van Kant modern (dus niet klassiek)?

In de periode vóór Kant, gebaseerd ethiek op het "natuurlijke recht''. Dat bedoeld dat het natuurlij rechte geboden werd door een daad van een overmenselijke werkelijkheid (God). Volgens filosofen voorafgaand aan Kant, was het verschil tussen ''goed'' en ''fout'' niet door het verstand of door de ervaringen bepaald, maar door gevoel, alzo de in objectieve omstandigheden. Kant vond dit een beetje te smal.
Hij stelt de ''zuivere rede" als een beginsel van morele praktijk tegenover de objectieve posities van de klassieke ethiek. Waarin hij afstand neemt van de focus op natuur en gevoelgens en verklaart de reden voor autonoom, doe hij een omkering uitvoeren van eerdere denkwijzen. Kant dent ook niet dat het doel van de mensen hez bereiken door zijn daden gelukkigheid is. Veelmeer moet de mens bepalen wat zijn morele plicht is. Dus als de mens zich ethisch gedragen en handelen naar de morele verplichting, kan hij in iedere geval op gelukkigheid hoppen.


http://www.stadtbibliothek.wolfsburg.de/GeistundGehirn-Schluesseltexte/downloads/freiheit_oder_determination.pdf

http://www.suite101.de/content/determination-und-freiheit-a66182

vrijdag 4 februari 2011

Zo, ik zez vandag eerst mijn duitse versie op blog. het is echt zwar de tekst te vertalen, maar het moet.
ik heb bij vrag drie twee andworden gevonden, maar ik weet niet op alle bij juist zijn of niet.

Aufgabe 3

Für Kant besteht Freiheit in der bewussten Entscheidung sich selbst gestellten Regeln zu unterwerfen. Der Mensch muss sich also selbst determinieren (eigene Gesetze aufstellen), um nicht in Chaos und Anarchie zu versinken. Freiheit ist die Voraussetzung für sittliches Handeln und Sittlichkeit besteht in der Befolgung der Vernunftgesetze.

Desweiteren ist der Mensch durch die Gesetze der Natur determiniert, da aber der Mensch gleichzeitig mit der Fähigkeit zu denken und mit Vernunft gesegnet ist, kann er aus der totalen Kontrolle der Natur soweit ausbrechen, dass er seine Handlungen selbst planen und entscheiden kann, welchen Weg der Handlung er wählt. Diese Fähigkeit begründet Freiheit und ist die Grundlage auf der die menschliche Moral entsteht.

Würden wir also Beispielsweise nicht erst warten bis die Menschen aus dem Zug ausgestiegen sind, sondern gleich reingehen, weil wir das so Wollen, würde Stau und Chaos im Türbereich des Zuges entstehen.

Aufgabe 4

In der Zeit vor Kant basierte die Ethik auf dem „Naturgesetz“, das heißt, das Natürlich-Richtige wurde dem Handeln durch eine übermenschliche Wirklichkeit (Gott) geboten. Alle Philosophen vor Kant suchten die Normen richtigen Handelns in objektiven Vorgaben („ewige Idee“, „Weltgesetz” oder „Menschheit“). Diesen objektiven Positionen stellt Kant die „reine Vernunft” als Prinzip moralischer Praxis entgegen. In dem er von der Orientierung an Natur und Gefühlen abrückt und die Vernunft für autonom erklärt, vollzieht er eine Umkehrung der bisherigen Denkweise. Auch denkt er nicht, dass das Ziel des Menschen durch sein Handeln die Glückseligkeit zu erreichen, ist, sondern zu bestimmen, was unsere moralische Pflicht ist. Wer sich also sittlich verhält und nach der moralischen Pflicht handelt, kann zumindest auf Glückseligkeit hoffen.

woensdag 2 februari 2011

Ik zie in het bericht dat hij mijn opmaak niet meezendt,
die moeten jullie er maar even bij verzinnen :D
Is hetzelfde als de vorige keer, times new roman en de koppen vetgedrukt
Heeey,
hier is de laatste versie, het past op een a4tje, heb zo min veranderd aan jullie oorspronkelijke
tekst. Ik heb nu alle bronnen erbij staan. Moet er nog iets gewijzigd worden meld het mij dan!!!

Groetjes,
Marjolein

Utilitarisme van Jeremy Bentham en John Stuart Mill
(De fantastische filosofen: Christel Raasveld, Tessa Chaplin, Kathelijne Entken, Jenny Bommert, Jayce Yard, Marjolein v/d Hagen)

Wat is de kern van het utilitarisme? “Het utilitarisme (utilitas is Latijn voor nut) is een ethische stroming die de morele waarde van een handeling afmeet aan de bijdrage die deze handeling levert aan het algemeen nut (algemeen nut = het welzijn en geluk van alle mensen wordt verstaan).” De kern van het utilitarisme is dus het streven naar een zo groot mogelijke vorm van geluk voor een zo groot mogelijke groep mensen (of zelfs dieren). De uitkomst van de handeling is hierbij belangrijk.

In welke zin is het Utilitarisme een consequentialistische ethiek? De juistheid van het handelen wordt volgens het Utilitarisme bepaald door de goede of slechte gevolgen van deze handeling. Bij consequentialistische ethiek gaat het niet om wat je doet, maar om waar je komt. Je hebt een doel waar je voor gaat en hoe je bij dit doel komt maakt niet uit. Een handeling is niet op zichzelf moreel goed of slecht maar de effecten, die de handeling veroorzaakt, bepalen de morele kwaliteit van het handelen. (consequentie = gevolg) Vertaling

Leg het belangrijkste verschil uit tussen J.Bentham en J. S. Mill in hun opvatting over het utilitarisme? J. De Utilitaristische opvatting van Bentham is dat een handeling als ethisch waardevol beschouwd kan worden als hij voor de grootste groep mensen het hoogste geluk oplevert. Dit betekent dat, alle mensen zelf kunnen beoordelen wat nuttig (goed) en wat niet bruikbaar (slecht) is voor hen, maar men moet tegelijkertijd rekening houden met het lijden en het verlangen van anderen (rede). De hoeveelheid is doorslaggevend voor de waarde van geluk.
Echter Mill’s opvatting van Utilitarisme is dat naast kwantiteit ook kwaliteit belangrijk is voor de waarde van geluk. Zijn theorie houdt ook rekening met het voordeel van een beslissing (door een meerderheid) voor het welzijn in het algemeen. Voor Mill geldt dat mensen met ervaring een betere inschatting kunnen maken van wat goed en slecht is (bijv. volwassene boven kind).
Bentham vind dat het geluk van de meerderheid boven je eigen geluk gaat (hij is daar consequent in). Terwijl Mill vindt dat sommige belangen die in de minderheid zijn op de lange termijn van zeer goede invloed kunnen zijn op het welzijn van de samenleving. We moeten ook op de lange termijn denken.

Hoe past het panopticum van Bentham in het Utilitarisme? Panopticum betekent alziend.
Het panopticum is een bepaald type gevangenis met een bijzondere architectuur. De gevangenis bestaat uit een ronde ruimte met in het midden een toren voor de bewakers. De cellen zitten allemaal langs de buitenmuur. Elke cel heeft een raam aan de kant van de buitenmuur en glas of tralies aan de kant van de deur. Het doel van het ontwerp is de mogelijkheid tot constante observatie(of de suggestie daarvan) van alle gevangenen. Dit weten de gevangenen, maar zij kunnen niet zien of er ook daadwerkelijk een bewaker zit te observeren. De gedachte hierachter is, is dat zij hun gedrag zullen aanpassen, omdat alles wat zij doen gezien zou kunnen worden.

Bentham heeft het utilitarisme uitgewerkt en het utilitarisme gaat uit van het streven naar een zo groot mogelijke mate van geluk. Het gaat ook om de morele waarde van een handeling. Het gaat om de consequenties van het handelen. De gevangenen moet hun leven beteren door beter te handelen.

Leg uit wat Mill onder vrijheid verstaat? Er zijn verschillende vormen van vrijheid van het individu die niet afzonderlijk van elkaar gezien kunnen worden; De vrijheid van het denken, de vrijheid van het spreken en de vrijheid van het handelen.
De definitie van vrijheid is:
1. Vrijheid bestaat erin te doen wat men wil
2. De enige vrijheid die deze naam verdient, is die om ons eigen goed op onze eigen manier na te streven, zolang wij niet trachten anderen hun goed te ontnemen, of hun pogingen om het te bereiken in de weg te staan.
Voor Mill is de vrijheid van het individu van groot belang. Dit is vanwege de zelfontwikkeling en het welzijn van de mens.
De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de vrijheid van het individu, alleen als we een ander schaden met onze individuele vrijheid dan moet de overheid ingrijpen.

Vergelijk het utilitarisme met de deugdethiek? Het utilitarisme gaat er van uit dat het goede doen te maken heeft met de uitkomst. Ze zetten de consequentie van verschillende handelingen naast elkaar om zo te bepalen wat de juiste handeling is. Dit is juist het vlak waarin het verschild van de deugdethiek. Volgens de deugdethiek gaat het niet om de uitkomst maar om de handeling zelf. Waar ze wel in overeenkomen is het feit dat de waarden niet vast staan en dat die per persoon kunnen verschillen (Mill). Verder gaan ze er vanuit dat de mens op de beste manier wil handelen.

Bespreek een actuele casus vanuit utilitarisme perspectief? Is het geld geven aan ontwikkelinghulp goed?
Eerste laag; in eerste instantie zijn veel mensen het er over eens dat je zwakke landen moet helpen. Dat die mensen daar ook een kans moeten verdienen. Je zou zeggen dat mensen dat puur doen uit eigen goedheid. Ze zijn deugdelijk, maar nou het economische slecht gaat zeggen ze dat personen uit hun eigen land het wel goed moeten hebben voordat ze geld willen geven. Waardoor je kunt zien dat er toch met een lijstje van voor en nadelen wordt gewerkt. Tweede laag; is het geld geven aan een derdewereldland wel zo nuttig?
Utilitarisme; Waarom zou je geld geven aan een school als ze er later niks aan hebben bij hun werk
Deugdethiek; Iedereen verdiend onderwijs, om zich te kunnen ontwikkelen
Utilitarisme; Waarom zou je een watervoorziening aan leggen? Er zijn misschien minder doden door ziekte of uitdroging maar nou gaan ze dood aan ondervoeding
Deugdethiek; Je moet mensen zo veel mogelijk helpen in het overleven, omdat het leven moet worden gerespecteerd.

Bronnen
http://www.schulfach-ethik.de/ethik/Stichwort/Utilisarismus.htmhttp://mens-en-samenleving.infonu.nl/filosofie/19630-john-stuart-mill-over-vrijheid-of-versus-overheid.html, www.deltawerken.com, www.wikipedia.org, www.scholieren.com, www.wijsgeer.nl , http://nl.wikipedia.org/wiki/Panopticum, Wims reader, tekst; Rechtvaardigheid van Michael J. Sandel

Vertaling

Leg het belangrijkste verschil uit tussen J.Bentham en J. S. Mill in hun opvatting over het utilitarisme? J.

De Utilitaristische opvatting van Bentham is dat een handeling als ethisch waardevol beschouwd kan worden als hij voor de grootste groep mensen het hoogste geluk oplevert. Dit betekent dat, alle mensen zelf kunnen beoordelen wat nuttig (goed) en wat niet bruikbaar (slecht) is voor hen, maar men moet tegelijkertijd rekening houden met het lijden en het verlangen van anderen (rede). De hoeveelheid is doorslaggevend voor de waarde van geluk.

Echter Mill’s opvatting van Utilitarisme is dat naast kwantiteit ook kwaliteit belangrijk is voor de waarde van geluk. Zijn theorie houdt ook rekening met het voordeel van een beslissing (door een meerderheid) voor het welzijn in het algemeen. Voor Mill geldt dat mensen met ervaring een betere inschatting kunnen maken van wat goed en slecht is (bijv. volwassene boven kind).

Bentham vind dat het geluk van de meerderheid boven je eigen geluk gaat (hij is daar consequent in). Terwijl Mill vind dat sommige belangen die in de minderheid zijn op de lange termijn van zeer goede invloed kunnen zijn op het welzijn van de samenleving. We moeten ook op de lange termijn denken.

http://www.schulfach-ethik.de/ethik/Stichwort/Utilisarismus.htm

dinsdag 1 februari 2011


Hallo allemaal,

Hier is de mindmap voor Utilitarisme, als er nog
iets aan gewijzigd moet worden hoor ik dat graag!

Mijn bronnen waren; www.wikipedia.org
Wims reader, tekst; Rechtvaardigheid van Michael J. Sandel
www.scholieren.com
www.wijsgeer.nl

Misschien een idee om de bronnen die de vorige keer genoemd zijn,
niet te vermelden als we per se maar drie mogen noemen? Als we er meer
mogen hebben, heb ik natuurlijk niets gezegd.... Heb de vorige keer ook gebruik gemaakt
van wikipedia en scholieren.com namelijk.

Ik heb de tekst nu nog niet samengevoegd, ik zag wel dat
sommige stukken best lang waren, hoop dat het niet erg is als
ik misschien hier en daar wat weg laat. Maar ik zal zorgen dat jullie
heb voor donderdag nog te zien krijgen.
Ik zal jou stukje nog vertalen Jenny.

Groetjes,
Marjolein

richtvraag '2'

In welke zin is het Utilitarisme een consequentialistische ethiek?

De juistheid van het handelen wordt volgens het Utilitarisme bepaald door de goede of slechte gevolgen van deze handeling. Bij consequentialistische ethiek gaat het er niet om wat je doet, maar om waar je komt. Je hebt een doel waar je voor gaat en hoe je bij dit doel komt maakt niet uit. Een handeling is niet op zichzelf moreel goed of slecht maar de effecten, die de handeling veroorzaakt, bepalen de morele kwaliteit van het handelen. (consequentie = gevolg)

Bronvermelding:
deltawerken.com
wikipedia.org
scholieren.com


-----------------------------------------

Hee,
we moeten ook nog de bronnen beoordelen die we gebruikt hebben.
Wel handig dus als iedereen even zijn/haar bronnen erbij zet.

Groetjes,
Kathelijne