maandag 7 februari 2011

laatste versie van vragen 3 en 4 (gecorigeerd)

3. Leg uit wat Kant bedoelt met vrijheid en determinisme en geef een voorbeeldje uit het dagelijkse leven:

Volgens Kant bestaat vrijheid uit de bewuste beslissing jezelf regels op te leggen. Dus de mens moet zichzelf determineren (eigen wetten opstellen) zodat hij niet in chaos en anarchie afzakt. Vrijheid is de voorwaarde voor zedelijk handelen en zedelijkheid bestaat in het volgen van de wetten van de rede.

Bovendien is de mens bepaald door de wetten van de natuur. Maar omdat de mens de mogelijkheid heeft gekregen om zijn verstand te gebruiken, kan hij uitbreken van de totale beheersing van de natuur. Zo ver dat hij zijn handeling zelfs kan plannen en kan beslissen op welke manier hij zijn handeling kiest. Dit vermogen is het fundament van vrijheid en de basis op voor het ontstaan van de menselijke moraal.

Een voorbeeld: Je weet dat je mensen die uit de trein willen stappen, voor moet laten gaan en daarna pas zelf in kan stappen. Maar als je omdat je snel een plek wil vinden niet zou wachten tot alle anderen mensen uitgestapt zijn (en als iedereen zo denkt) ontstaat er opstopping en chaos in de deuropening van de trein.

4. In welke zin is de ethiek van Kant modern (dus niet klassiek)?

In de periode vóór Kant, was ethiek gebaseerd op het "natuurlijke recht''. Dat betekend dat het natuurlijk juiste bepaald werd door een daad van iets bovennatuurlijks (God). Volgens filosofen voorafgaand aan Kant, was het verschil tussen ''goed'' en ''fout'' niet door het verstand of door de ervaringen bepaald, maar door gevoel, in objectieve omstandigheden. Kant vond dit een beetje te smal.
Hij stelt de ''zuivere rede" als een beginsel van morele praktijk tegenover de objectieve posities van de klassieke ethiek. Hij neemt afstand van de focus op natuur en gevoelens en stelt de rede voorop (autonoom), hij voert dus een omkering uit van eerdere denkwijzen. Kant denkt niet dat het belangrijkste doel van een handeling het bereiken van geluk is. Belangrijker is dat de mens moet bepalen wat zijn morele plicht is. Dus als de mens zich ethisch gedraagt en handelt naar de morele verplichting, kan hij in iedere geval op gelukkigheid hopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten